Impingement, tendinopathie, een peesontsteking van de rotator cuff, SAPS of rotator cuff gerelateerde schouderpijn: het zijn allemaal termen voor een pijnlijke schouderpees.
Laten we beginnen bij het begin: de anatomie van de schouder. Dit helpt enorm om beter te begrijpen wat een peesontsteking van de rotator cuff inhoudt.
Een pees is niets anders dan het gedeelte waar een spier zich vasthecht aan het bot. Je kunt het zien als het uiteinde van de spier. Vergelijk het eens met een kipfilet, waar je vaak zo’n taai wittig gedeelte tegenkomt: dat is de pees. Een pees kan veel trekkrachten verdragen, de reden van het taaiere weefsel. De kleur van peesweefsel is witter dan het meestal rode spierweefsel, omdat de doorbloeding er minder is.
De kleine spieren rondom de schouder heten samen de rotator cuff, hieronder op de afbeelding te zien. De rotator cuff bestaat uit de supraspinatus, infraspinatus, subscapularis en teres minor. Ook de biceps brachii staat getekend en heeft een belangrijke functie. Dit zijn zeker niet de enige spieren die een functie hebben op de schouder, maar wel bekende spieren waar problemen in ontstaan.
Afbeelding uit: Bengtzen R, Daya M. Shoulder. In: Rosen’s Emergency Medicine. 9th ed. Elsevier; 2018:2688.
Een peesontsteking van de rotator cuff is zoals de meeste mensen een pijnlijke schouderpees nog altijd noemen, ook wel een tendinitis. Toch is dit niet juist. Er is namelijk zelden sprake van een ontstoken pees. Het weefsel is wel minder krachtig geworden en geeft daardoor eerder pijn aan. De term tendinopathie past hier veel beter bij.
De oorzaak van een tendinopathie werd geweten aan een inklemmende pees van de supraspinatus tussen de schouderkop en het schouderdak (het acromion in de afbeeldingen hierboven), met een mooi woord impingement genoemd. We weten inmiddels dat dit inklemmen niet tot zeer zelden gebeurt. Peesgerelateerde schouderpijn komt doordat er een verandering is tussen belasting en belastbaarheid, en de pezen moeten weer leren om zich aan te passen aan de nieuwe situatie. Een term als subacromiaal pijnsyndroom (pijn van de spieren onder het acromion, SAPS) of rotator cuff gerelateerde schouderpijn past veel beter bij wat er aan de hand is.
Deze toelichting toont aan hoe de schouderwereld continu in beweging is en hoeveel onderzoek er naar wordt gedaan om de beste zorg te kunnen leveren. Het heeft ertoe geleid dat er veel minder operaties nodig zijn bij schouderklachten.
Deze vraag kunnen we zelden in detail kunnen beantwoorden. Grofweg komt het er op neer dat er een veranderde balans is (geweest) tussen belasting en belastbaarheid van het weefsel. Wanneer je acuut of langere tijd meer hebt gedaan (overbelasting) dan het weefsel aan kan (belastbaarheid) is voor te stellen dat weefsel daarop reageert. Wanneer je lange tijd te weinig hebt gedaan (onderbelasting), is ook voor te stellen dat het weefsel steeds minder fit wordt. Wat echter ook vaak gebeurt is dat de belasting niet veranderd is, maar de belastbaarheid omlaag is gegaan. Dit kan diverse redenen hebben: van fysiek minder fit zijn tot mentaal stress ervaren. De normaal gesproken gewone belasting kan dan toch als teveel worden ervaren.
In alle gevallen is het dan ook zaak om de belasting aan te passen en/of de belastbaarheid te verhogen.
Bij een tendinopathie zien we dat de duizenden vezels waaruit een pees bestaat, minder strak langs elkaar gaan liggen of in hoeveelheid afnemen. Tussen de vezels kan wat vocht ontstaan. De pees kan minder krachten verdragen en het kan pijn geven wanneer we de pees in hogere mate belasten. Wanneer de schouderklacht al wat langer bestaat, reageert de schouder vaak ook met een slijmbeursontsteking.
Jazeker! Met oefentherapie kan de belastbaarheid van de pees met sprongen vooruit gaan. Natuurlijk is het zaak om belasting en belastbaarheid op elkaar af te blijven stemmen, dat bevordert het herstel. Wanneer de schouder eenmaal fitter is, zal de slijmbeursontsteking ook vanzelf verder afnemen: die heeft immers geen reden meer om zich nog te vullen met vocht.
Dan is het zaak om te kijken of we de pijn onder controle kunnen krijgen. Soms is hiervoor medicatie of hulp van de huisarts of orthopeed nodig, bijvoorbeeld om een hevigere slijmbeursontsteking te verminderen. Soms is het aanpassen van de belasting al voldoende. En soms helpt het enorm wanneer omliggende pijnklachten als nekpijn verminderd kan worden. Ook kan het zijn dat er toch mildere oefeningen mogelijk blijken en waarmee stap voor stap de schouder versterkt kan worden. Dit is specifiek iets om samen met een schouderfysiotherapeut door te nemen.
Eigenlijk zijn dergelijke onderzoeken alleen noodzakelijk om ernstigere pathologie uit te sluiten of om te weten of er een operatie-indicatie is. Bij veel onderzoeken worden evenveel afwijkingen gevonden bij mensen die schouderklachten hebben als bij mensen die geen schouderklachten hebben. Beeldvormend onderzoek geeft daardoor lang niet altijd de verklaring voor de aanwezige pijn. Daarnaast verandert de uitslag vaak niets aan het fysiotherapeutische beleid.
In een enkel geval, wanneer therapie niet slaagt, zal een orthopeed een operatie overwegen. De wetenschappelijke statistieken geven echter een enorm goede kans dat oefeningen kunnen slagen. Oefeningen blijken even effectief als een operatie (Haahr et al. 2005, Haahr & Andersen 2006, Ketola et al. 2009, 2013 en 2017) en oefeningen verminderen de wens tot een operatie met zeker 80% (Holmgren et al. 2012).
Kun jij hulp gebruiken bij jouw peesontsteking van de rotator cuff? Kijk dan eens op deze website bij online hulp, afspraak, neem contact op of zoek een schoudertherapeut bij u in de buurt via www.schoudernetwerk.nl.